De nieuwjaarsreceptie.

Een vermoeid, doch fris gewassen gezelschap kwam op 1 januari in ons trotse clubgebouw tezamen, om elkaar de beste wensen te schudden. Ofschoon wij verheugd waren ook ditmaal weer de trouwe V.O.C.-ers te ontmoeten, hadden wij graag gezien, dat er ook de jongeren in grotere getalen aanwezig zouden zijn.

Op zo’n Nieuwjaarsdag juist, in het besef van het verglijden van de jaren, onderga je sterk wat en belangrijk deel van je leven door V.O.C. word beheerst en dat vervult je met blijheid en dankbaarheid.

Dankbaarheid, omdat V.O.C. je dit jaar weer een belangrijk deel ontspanning en levenslust zal bieden, in een ogenschijnlijk, maar onverschillige, maar daadwerkelijke hechte vriendschap. Het mooie terrein aan de Kleiweg is van onszelf. Je kunt er heen wanneer je wilt, om er een frisse neus uit de beslommeringen te halen. Of dat nu is in de kille winterse mist, of het heerlijke zomerse zonnetje, dit stuk polder is van ons en iedere wending van de natuur geeft het een andere stemming, een andere geur. Daarom jongelui, is op Nieuwjaar, na de naaste familie, je beste vriend V.O.C. aan de beurt.

Enfin en toen kwamen de elftallen op het veld voor de traditionele strijd tussen oud-V.O.C. en de A1-junioren. Het moet worden toegegeven, dat de oudjes de sympathie van de tribune hadden, uit louter medegevoel in hun misère, enkele uren na de intens beleefde Oudjaarsnacht, deze ijskoude, niet te stuiten regen in te moeten. In het begin kwamen zij dan ook nogal in de verdrukking te verkeren, voordat de resten van comfortabele geneugten waren weggetranspireerd, de stroefheid was weggedraafd en de vechtlust deze oude lijven gevoelloos voor de regen had gemaakt.  A1 combineerde handig en snel en alle zeilen moesten worden bijgehaald, bijna ook bakzeil. Later zou blijken, dat juist deze korte combinaties de jeugd noodlottig zou worden. Oud-V.O.C. won met 2-1. Alle drie goals waren van een bijzonder gehalte. Chris Nouse speelt nog precies als vroeger. Gerrit Visser verdedigde met grote slimheid en verwierf zich voor eeuwig de roepnaam: Bertus Caldenhove. Nijke de Klerk groeide tot ongekende hoogte en Rinus van der Eb op de rechtsbuitenplaats draaide op de vierkante meter, waarbij Moulijn grote ogen had opgezet.      Arie Terwiel, die zijn mannetje en nog twee of drie mannetjes stond, mocht de trotse beker in ontvangst nemen uit handen van onze voorzitter en zowaar ging Rien Bal, die men zό nog in het eerste kan gebruiken, met de J.W. Kok-kop schuiven, omdat hij het verst weg woont en dit grootnood nogal gewichtig is. Dit alles ging gepaard met vele hartelijke en navrante woorden.

En zo gingen we gesterkt 1960 tegemoet, in de hoop dat het mededogen met ons eerste voetbalelftal mag hebben.

“Bij het ontwerpen en samenstellen van deze website is de grootst mogelijke zorgvuldigheid betracht. Mocht u echter inhoud tegenkomen waarop u meent auteursrecht te hebben, neem dan contact met ons op via e-mail archief@voc-rotterdam.nl