Enkele weken geleden meldde de N.R.Crt., dat de bekende V.O.C.-speler Th. Gibb, in de wandeling Tommy, weer teruggekeerd was naar Engeland. Gibb begon in 1924 voor V.O.C. te spelen en ontpopte zich al gauw als een nuttig all rounder. Na een aarzelend begin, scoorde hij reeds in 1928 408 runs met een gemiddelde van bijna 30, om het volgend jaar zijn 1000 runs in de 1e klas vol te maken, 1055 in 56 innings, gemiddeld bijna 19. Datzelfde seizoen 1930 noteerde Gibb zijn eerste century, 108 niet uit tegen Quick (N) in Nijmegen op 2 juni. De tweede en derde century kwamen in 1932, toen Gibb na practisch in 1931 niet gespeeld te hebben, geweldig in vorm bleek. De Rood en Wit-aanval werd op 29 mei aan den Spanjaardslaan het slachtoffer, een niet kanslooze 124 was het resultaat, een paar weken later kwamen er in Rotterdam tegen P.W. nog eens 112 bovenop. Dat gaf hem 349 runs in dat seizoen, bijna 40.- per innings. Regelmatig bleef Tommy scoren, hij speelde niet altijd even regelmatig, behalve in het seizoen 1937, toen hij captain was. Tenslotte kwam hij tot 2441 runs in 102 complete innings, gemiddeld 21.80. Vooral in de jaren 1926 tot en met 1929 heeft Gibb ook in de V.O.C.-aanval zijn aanwezigheid doen voelen. 30 voor 326 was in 1929 zijn beste resultaat, 76 voor 905 was het totaal van 4 seizoenen. De latere jaren brachten Terwiel op den voorgrond, en zoo bleef Gibb op 96 voor 1383 steken, gemiddeld dus 14.41. Als fielder soms ietwat slow, maar meestal safe, 29 vangen, en zelfs als keeper niet zonder resultaat, hij stumpte nog twee man. Als Engelschman kon Gibb natuurlijk niet in aanmerking komen voor een plaatsje in het Nederlandsch elftal, in zijn goede jaren echter behoorde hij stellig in de buurt van de elf beste Nederlandsche Cricketers.
(Ontleend aan “Cricket”)