Scheidsrechtersleed

De oogarts drukte op de bel,
Het spreekuur gaat direct beginnen,
Wie is er ’t eerste aan de beurt?
Ik ben gereed, kom maar naar binnen.

 Een derderangs voetbal-fluitist,
(Wat volgt, is heusch een waar verhaaltje)
Kwam langzaam met beklemd gemoed,
Naar ookgendokter’s gruwelzaaltje.

 Vertel eens, vriend, wat scheelt er aan,
Een klein defect aan Uwe oogen?
Zeg maar precies waar ’t euvel schuilt,
Ik zal U helpen naar vermogen.

 Tot heden dokter, zag ik goed,
Had van mijn oogen heel geen hinder,
Maar plots’ling, sinds verleden week,
Werd mijn gezichtsvermogen minder.

 Toen, na een grondig onderzoek,
Is twijfel bij den arts gerezen,
Want zijn patient kon zelfs van ver,
De allerkleinste letters lezen.

Het onderzoek heeft uitgemaakt,
Dat uwe oogen niets mankeeren,
Maar zeg me eens waaruit ge dan
Uw slecht gezicht gaat concludeeren?

 En de patient gaf met een zucht
Den dokter deze definitie,
Ik floot verleden week een match,
Mijn eerste in de competitie.

 Toen joelde men daar langs de lijn,
Dat ik wat beter op moest letten,
Je fluit geregeld glad verkeerd,
Je moet een dubb’le bril opzetten.

 A.G.O.V.V.                                    HA.HA.

“Bij het ontwerpen en samenstellen van deze website is de grootst mogelijke zorgvuldigheid betracht. Mocht u echter inhoud tegenkomen waarop u meent auteursrecht te hebben, neem dan contact met ons op via e-mail archief@voc-rotterdam.nl