Fraaie strijd te Schiedam
Zwak batten der H.C.C. oorzaak.
(Van onzen bijzonderen correspondent.)
SCHIEDAM, 2 Juli. – Niet zoozeer het feit dat V.O.C. met 60 runs verschil in de meerderheid tegen de Haagsche wist te blijven, dan wel de prestatie om een volledig eerste H.C.C.-elftal een nederlaag toe te brengen, werd de gebeurtenis van den j.l. cricket-Zondag. Een gebeurtenis die met gulden letters in de annalen van de cricketsport opgeteekend mag worden, want het is zoo langzamerhand een zeldzaam feit geworden, een overwinning op de Haagsche Cricket Club te behalen, een overwinning nog wel, die dubbel en dwars verdiend was. De voornaamste oorzaak van de nederlaag moet in het uiterst zwak batten der Hagenaars gezocht worden. De H.C.C. beschikt over zulk een formidabel sterk batting team, dat als de grootste kopstukken falen, de staartwickets altijd nog goed zijn voor een 100 runs, onverschillig tegen welken aanval gebat moet worden. Doch nu faalden niet alleen de cracks, de staartwickets deelden eveneens in de misère en juist voor onder de 100 runs haalden de Rotterdammers het kunststukje uit de groote Haagsche voor 99 all out te hebben. En dat op een schitterend Hermes-veld en op een betrouwbaar wicket. Het was een bravourstukje van den V.O.C.-aanvoerder, om na het winnen van den toss eerst te gaan fielden, waardoor hij een zeer groot risico op zich nam. Want waren de H.C.C.-batsmen losgekomen, althans hadden zij enigszins hun normale spel gespeeld, dan had zijn elftal in den namiddag tegen een totaal van een kleine 200 runs moeten batten, met de grootste
kans de match dan verloren te hebben. Het eerst te kunnen batten was voor de Haagsche derhalve een voordeel, al dient hier gezegd, dat het licht in de morgenuren slecht was, vergeleken bij den middag, die niets dan zonnige uren bracht. Het V.O.C.-elftal betrad het veld met het vooruitzicht blij te zijn als zij de tegenpartij voor onder de 200 runs uit zou hebben. Men kan zich dan ook de verbazing voorstellen toen wicket na wicket omtuimelde en de vier beste batsmen voor 40 aan den kant zaten. Door het beginsucces aangemoedigd, werd het veldwerk van V.O.C., bij den aanvang reeds goed, nu tot op een bepaald groote hoogte opgevoerd, terwijl het wicketkeepen van Kramer bewondering afdwong. Nog was een keerpunt voor de Haagsche mogelijk geweest toen dr. M. Jansen en mr. H van Manen samen waren, als de eerste niet zeer ongelukkig midden op de mat geslipt was, waardoor helaas mr. Van Manen jammerlijk run-out ging. En toen even later Guittart in de slips op wonderlijke wijze dr. M Jansen uitving, waardoor 7 wickets neer waren voor 73 runs, beteekende dit meteen het einde van de innings, daar de staartwickets wel eenige runs maakten, doch niet genoeg om V.O.C. te verontrusten. Nam Terwiel één wicket en Beyers twee, het leeuwendeel ging zeer verdiend naar East, die een schitterende lengte onderhield, prachtig varieerde, aan zijn bowlen veel break wist te geven en geen oogenblijk overmeesterd werd.
Fraai werk van Terwiel.
Dankt V.O.C. voornamelijk aan hem de overwinning, aan Terwiel is het echter den meesten dank verschuldigd