Intieme bijeenkomst op Zondag 14 October a.s.

Het is een verheugend feit, dat de degradatie van ons eerste voetbalelftal den clubgeest ten goede is gekomen. Het is in den laatsten tijd wel duidelijk gebleken, dat het clubverband momenteel hechter is dan het sedert langen tijd is geweest. Wij hebben gemeend door het organiseeren eener intieme bijeenkomst dezen band nog te moeten versterken.

Te dien einde roepen wij de leden met hunne dames op tot een réunie in de bovenzaal van Café Restaurant Pschorr aan den Coolsingel na den thuiswedstrijd tegen V.I.O.S. op Zondag 14 October a.s. Men zal zich dezen middag dus niet zooals gewoonlijk over de diverse Restaurants verdeelen, maar men kome en bloc naar Pschorr. Zij, die niet noodzakelijk naar huis behoeven, nemen deel aan den gemeenschappelijken maaltijd (á ƒ 2.50 p.p.) terwijl de overigen in den loop van den avond worden terugverwacht om dezen onder elkander zoo gezellig mogelijk door te brengen. Waar de Jazz-Band zich zal doen hooren, spreekt het vanzelf dat er ook gedanst wordt en daarom vertrouwen we, dat de leden er voor zorg zullen dragen, dat de dames niet mankeeren. Voor de goede orde zij medegedeeld, dat voor alle dames een introductie moet worden aangevraagd, die bij de heeren Th. Dubru, T. Gibb, W.v.’t Groenewout, P. Prins, J. Roos en J. Scriwanek alsmede ’s avonds aan de zaal verkrijgbaar zijn; de leden hebben toegang op vertoon van diploma. DE CLUBAVONDCOMMISSIE.

Jaren, waarin de slappe en lauwe geest in de vereeniging maar al te vaak aan het licht kwam, klonken zijne woorden van thans als muziek in de ooren: of was het misschien, doordat hij het succes van den Jazz-band op den laatsten grooten clubavond releveerde? Hij sprak zijn vertrouwen uit, dat onze Jazz zich nog dikwijls zou doen hooren en vroeg wie er zich nu eens voor wilde spannen meerdere intieme avondjes te organiseeren. Daarmede dus blijken gevende verder te kunnen zien dan z’n neus lang is en de zaak van een breeder standpunt te kunnen bezien dan sommige anderen, die dergelijke dingen zouden tegenwerken, indien zij – zij het ook maar een kleinigheid – kosten veroorzaken. De hr. Wisbrun eindigde zijn keurig verzorgd verslag met de mededeeling, dat hij oorspronkelijk van plan was geweest dit jaar af te treden, doch op veler aandringen en de overweging, dat hij onze degradatie niet den schijn van dersertie wilde wekken, is hij van zijn plan teruggekomen en zal dus nog 1 jaar zijn hondenbaantje waarnemen om vervolgens voor jongeren plaats te maken. Hij wekte daarbij eenieder op hem alle mogelijke samen- en medewerking te verleenen en het daverend applaus, dat den samensteller van dit verslag beloonde, zal, naar we vertrouwen, tevens ook een bevestigend antwoord op zijn verzoek hebben ingehouden.

Vervolgens kwam de beurt aan den penningmeester. Zijn verslag was werkelijk indrukwekkend en werd met veel dictie voorgedragen, doch waar een dergelijk epistel uit den aard der zaak krioelt van cijfers en getallen zoodat het je op ’t laatst scheel voor de oogen wordt, ging een zucht van verlichting op toen het slotwoord gesproken was. Het verslag van de Kascommissie te voren reeds voorgelezen was kort en krachtig en volkomen als te doen gebruikelijk. Ware zulks niet het geval, zou het dan wel worden voorgelezen of op de agenda geplaast? Voor het verslag over de cricketafdeeling kunnen we gevoeglijk naar het artikel

van den heer Ruychaver in het Sept.nummer verwijzen. Een voorstel van het bestuur om de contributie voor adspirantleden van 5 op 3 gulden te brengen werd verworpen. Een punt van discussie vormde de begrooting. Het zou trouwens abnormaal geweest zijn wanneer hierover niet gediscussieerd zou worden. Daar zijn begrootingen nu eenmaal voor. Het is zoo’n heerlijk agenda-punt om eens wat kwijt te raken, wat men anders achter zijn lippen verborgen houdt. Er kunnen soms van die geniepige strikvraagjes gesteld worden, die een dikwijls woordenrijke penningmeester met den mond vol tanden doen staan en die dan even over zijn verbouwereerdheid moet heenkomen alvorens een antwoord te kunnen geven, of wel, met hulpelooze blikken zijn medebestuurders smeekt voor hem in de bres te springen. Maar het einde is toch gewoonlijk, dat een begrooting met algemeene stemmen wordt aangenomen. En dit besluit gold ook onze begrooting. Hoe zij precies luidde doet hier niets ter zake; zij sloot echter op ƒ8.450. Een ingediend voorstel om den aanvoerder van het eerste elftal niet meer te doen geschieden door de A.V. maar door het elftal zelf, werd verworpen, eveneens een tegen voorstel om dit te doen geschieden door bestuur en elftalcommissie en dies werd de bestaande regeling gehandhaafd. Toen het betreffende onderwerp ter tafel kwam werd als eerste aanvoerder gekozen G. Gibb en als plaatsvervangend aanvoerder Mr. J. A. v. Everdingen. Het bestuur had voorts een voorstel ingediend het ledental van 7 op 5 te brengen. De A.V. ging nog verder en maakte er 3 van, waarvoor later werden gekozen

F. Ruychaver en J.F. Lameer terwijl het derde lid nader door het bestuur zal worden aangewezen. De agenda was toen zoover gekomen, dat de verkiezing van het bestuur aan de orde kwam. Waren diverse leden oorspronkelijk van plan geweest hun plaats voor jongeren in te ruimen, zoo heeft de overweging, dat na de degradatie hun uit-eigen-beweging heengaan veel overeenkomst zou vertoonen met desertie in het front van den vijand, hen op hun voorgenomen besluit doen terugkeeren en waar de A.V. schijnbaar een zelfde meening was toegedaan, volgt daaruit, dat het huidige bestuur als geheel aanbleef. Moge dit College onder gunstige vooruitzichten het Zilveren feest onzer vereeniging herdenken en het haar gegeven zijn V.O.C. de eerste klasse wederom binnen te leiden.

De Kascommissie werd na bedanken van den hr. Tillemans als volgt samengesteld: C. J. den Held, Baron van Rantwijk en A. D. Leeman. Hierna had men gevoeglijk kunnen verdwijnen, ware het niet, dat de vergadering een pakkend slot kreeg. Ter appreciatie voor de vele en goede diensten gedurende de vervulling van zijn tienjarige functie van secretaris der vereeniging bewezen, werd Hans Wisbrun op voorstel van den voorzitter bij acclamatie tot eerelid der V.O.C. benoemd. Een hartelijk en langdurig applaus bekrachtigde deze bijzondere onderscheiding en toen de heer Wisbrun – met een lach en een traan – daarvoor zijn dank betuigde, sprak hij tevens de hoop uit, dat V.O.C. het volgend jaar in de eerste klasse zou zijn teruggekeerd, wat het mooiste geschenk zou vormen, dat de V.O.C.’ers hem ooit zouden kunnen aanbieden. De spelers van het eerste hebben nu beloofd al het mogelijke te doen hem dit geschenk te doen geworden. Toen was het werkelijk ,,hoogste tijd heeren” geworden en behoorde ook deze vergadering wederom tot het verleden.

“Bij het ontwerpen en samenstellen van deze website is de grootst mogelijke zorgvuldigheid betracht. Mocht u echter inhoud tegenkomen waarop u meent auteursrecht te hebben, neem dan contact met ons op via e-mail archief@voc-rotterdam.nl