Van de sportieve ernst, van het weten en kunnen van den aanvoerder hangt dikwijls het succes van een elftal af. Velen nemen het aanvoerderschap aan, zonder te weten welke verantwoordelijkheid en last zij op zich hebben genomen. De aanvoerder moet een voorbeeld voor zijn elftal zijn, hetwelk zijn medespelers tot navolging prikkelt.
Een eerste vereischte is nauwgezetheid. De aanvoerder behoort niet kort voor het begin van den wedstrijd te verschijnen, maar is verplicht minstens een kwartier vóór de aanvang van den wedstrijd in voetbaltenue op het veld te zijn om na te gaan of alles voor den wedstrijd gereed is. Daartoe behoort de juiste inrichting van het speelveld. De aanvoerder behoort er voor te zorgen, dat het heele elftal zich prompt op tijd op het veld bevindt, opdat geen wedstrijd met een onvolledig elftal begonnen of zelfs verloren wordt. Voor een ruilformulier met de opstelling van het elftal moet hij zorg dragen en dadelijk na afloop van den wedstrijd aan den aanvoerder der tegenpartij geven. De namen moeten zoo duidelijk geschreven zijn, dat een vergissing onmogelijk is. Voor alles juiste opgave van de voornamen. Voor aanwezigheid van grensrechters en vlaggen is hij eveneens verantwoordelijk. In dit geval moet hij elkeen rapporteeren, die zich niet op zijn verzoek met den post van grensrechter belast. Hij moet echter ook met de overeenkomstige bepalingen van den bond vertrouwd zijn. Bij niet opkomen van den aangestelden scheidsrechter moet hij tot overeenstemming zien te geraken met een neutralen scheidsrechter, indien er één aanwezig is. De overeenstemming moet op het formulier door onderteekening van de beide aanvoerders bevestigd worden. Gaat een wedstrijd niet door, zoo moet hij binnen 24 uur den clubsecretaris hiervan kennisgeven. Verder is de plicht van den aanvoerder voor behoorlijk en zindelijk tenue van zijn elftal op te komen. Het voornaamste zijn de schoenen. Op deze moet de aanvoerder het meeste letten, want de hoedanigheid van deze kan in sommige gevallen voor het spel beslissend zijn. Bij slecht (nat) weer moeten alle spelers goede klosjes onder de schoenen hebben. Bij sneeuw kunnen de zoolen met vet of olie ingewreven worden. Verder is het een gewichtige taak de toss (opgooi)
vóór den wedstrijd; door juiste helftkeuze kan reeds de eigen partij een zeker voordeel bezorgd worden. Hij moet zorgen voor een fair spel van zijn elftal en alle overtollig geklets, evenals elke toeroep tegenover den scheidsrechter onderdrukken, en in alle opzichten zijn medespelers met bijzonder goede voorbeelden voorgaan. Na het eindsignaal moet de cheer (sportgroet) tot de tegenpartij volstrekt uitgebracht worden. Maar niet slechts gedurende den wedstrijd moet de aanvoerder een voorbeeld voor zijn elftal zijn, maar ook op elk ander tijdstip. Het elftal moet door hem bijééngehouden worden; hij moet op een vriendschappelijke verstandhouding tusschen de spelers onderling uit zijn. Hij moet door vrijmoedig optreden en tactisch beleid den samenhang bevestigen. De geest in het elftal is voor het winnen van een wedstrijd dikwijls beslissend. Na de wedstrijden moet hij rechtvaardige critiek uitoefenen, het best op die avonden dat het elftal bijelkaar komt en tactische als technische fouten zoeken te scheiden. Veronachtzaming van een geregelde leefwijze van enkele spelers moet de aanvoerder openhartig en zakelijk bespreken. De aanvoerder moet er zich van vergewissen, welke de tegenpartij in den volgenden wedstrijd is, om al van te voren de tactiek en speelwijze van zijn eigen elftal op de gemeenschappelijke avonden te bespreken, want met één en dezelfde speelwijze kan tegen verschillend spelende tegenstanders niets bereikt worden. Verder moet hij de elftalcommissie bijstaan. Daarom is het noodzakelijk de bereikte resultaten naast de juiste opstellingen van het elftal zoo snel mogelijk aan de commissie bekend te maken, daar het van groot belang is, het spelpeil van elken speler afzonderlijk te weten. Aan de wekelijks plaats vindende elftalcommissie-vergaderingen geregeld en stipt deel te nemen, is vanzelfsprekend. Dit zijn de voornaamste plichten van den aanvoerder. Laat elk aanvoerder de bovenstaande uiteenzettingen tot het welzijn en den groei van onze club ter harte nemen.
G. d. B.