Het was in de namiddag van vrijdag de 15e mei toen verscheidene auto’s met eerste elftalspelers en supporters zich op verschillende punten in Rotterdam in beweging zetten en onze 3e cricket-toer naar het H.Q. B.O.A.R. te München-Gladbach een aanvang nam.
Afgesproken was tussen 8.30 en 9.00 uur ’s avonds elkaar voor een korte rustperiode te ontmoeten in Hotel Kissels te Roermond, waarna in colonne-verband zou worden doorgereden naar de grens, waar één van onze Engelse gastheren, major Wells, ons zou opvangen en begeleiden naar het kamp, dat zeker in de avonduren voor ons moeilijk zou zijn geweest alleen te vinden. Afgezien van het feit dat Wally al bij Terbregge reeds meende de sterkte van zijn auto op de proef te moeten stellen door deze tegen een andere op te rijden, hetgeen nogal wat materiële schade veroorzaakte, echter niet van dien aard dat verder rijden onmogelijk was, verliep de reis van de diverse deelnemers naar Roermond vrij voorspoedig en ieder was dan ook tijdig op het afgesproken punt aanwezig. Zelfs Wally, die door het hem overkomen auto-ongeluk ongeveer een half uur had verspeeld, wist het klaar te spelen (volgens ooggetuigen door een zekere vorm van laagvliegen) Roermond tijdig te bereiken. Dient nog aan de vergetelheid te worden ontrukt dat één van de inzittenden van Wally’s auto bij de botsing een dergelijke tik tegen z’n rechteroog kreeg, dat de natuurlijke azuur-blauwe kleur van het oog nog werd verrijkt door andere blauwe kleuren, variërend van Delfts- tot Pruisisch-blauw, waardoor hij gedurende de Pinkster opmerkingen kreeg te slikken zoals: “Ben je soms getrouwd” of “Heb je weer in de slips staan te slapen” e.d. Major Wells was op tijd aan de grens aanwezig en bracht ons in vlot tempo naar het kamp, waar wij direct na aankomst in zgn. visitors hotels werden ondergebracht. Alvorens onze nachtrust te gaan genieten om de volgende dag fit tegen onze Engelse vrienden aan te treden, werden de laatste twee uren van de dag nog in twee van de vele bars die het kamp rijk is, doorgebracht, waarbij wij voor het eerst kennis maakten met de captain van onze tegenstanders, major Radice, die gedurende ons verblijf in Duitsland niets heeft nagelaten ons het zo plezierig mogelijk te maken, d.w.z. alles m.b.t. hetgeen zich buiten het cricketveld afspeelde. In het veld namelijk, hetgeen uit het wedstrijdverslag hieronder zal blijken, heeft hij niet geschroomd het ons zo moeilijk mogelijk te maken.
Aangezien het aanvangsuur van de wedstrijd op zaterdagochtend 11.30 uur was vastgesteld en onze aanvoerder had geadviseerd een uur voor het begin van de wedstrijd op het veld aanwezig te zijn, opdat wij nog rijkelijk de gelegenheid zouden hebben ons in de diverse oefenkooien lost te bowlen en te batten, waren de meeste van ons al vroeg uit de veren. Men wilde namelijk in het winkelcentrum van het kamp nog wat gaan rondneuzen en eventueel wat kopen. Ernst Lifmann speelde het daarbij zelfs klaar, alvorens enige prentbriefkaarten te kopen, een vrij grote reeks daarvan door de winkeljuffrouw, wat de opschriften betreft, te laten voorlezen.
Het weer, dat beide cricketdagen bijzonder fraai is geweest, is voor Wally bij het winnen van de toss aanleiding geweest om te gaan batten. Alhoewel de aanval niet bepaald dodelijk was, zaten onze eerste drie batsmen al vrij spoedig weer in het paviljoen. Vooral Wally gesterkt door zijn wisselbadenkuur met 96 runs (1 x 6 en 15 x 4) en Guus (zeker in verband met zijn in M. Gladbach aan de dag getreden verzamelwoede) met 52 n.o. (5 x 4) brachten door goed en bij vlagen fraai batten ons totaal een heel eind omhoog. Met daarnaast nog goede scores van Jan Willem (17), Herman Huizing (21) en Arie (21 n.o.) kon Wally onze innings sluiten op het fraaie totaal van 230, terwijl toen pas 7 wickets neer waren.
Zoals reeds eerder gezegd was de Engelse aanval niet bepaald dodelijk. Glazier had nog het meeste succes met 4-78, met daarnaast Bloy (2-26) en Mycoch (1-67). De Engelse battingside ging daarna van meet af aan voor de runs en op het prachtig lopende veld werd een stand voor het eerste wicket opgezet van 63 runs, in eerste instantie door Bloy en Smith. Smith werd echter door een goed bowlende Ben Trijzelaar nogal pijnlijk op de linker-elleboog getroffen, waardoor hij voorlopig van verder batten moest afzien. Kolonel Fox verving hem en met Bloy werd de hierboven reeds vermelde goede eerste wicketstand bereikt. Fox was degene, na 11 runs te hebben gescoord, die het eerst werd ingerekend. Aanvoerder Radice kwam toen in en scoorde met de allure van een goed geschoolde lefthander een voortreffelijke 24 runs, alvorens hij fraai door Arie met één hand op het bowlen van Ben werd gevangen. Inmiddels waren Bloy (37), die door goed fielden van Wally was runout gegaan en Holloway (0) reeds naar het paviljoen teruggezonden en met nog een score van Needham (10) kwam het einde van de dag met een stand van 128 voor 5.
Na een plezierige avond te hebben gehad en een voor sommigen korte nachtrust, werd de tweede dag om 12.00 uur de innings der Engelsen voortgezet. Door goed bowlen en fielden echter werden de resterende 5 wickets opgeruimd voor slechts 23 runs, zodat het einde kwam op 151. Onder deze laatste wickets was dat van Smith, die gelukkig redelijk hersteld was en daarbij z’n score nog kon opvoeren tot 22.
Ook Brain met 12 runs kwam nog in de dubbele cijfers. Het fielden was goed geweest, ook al door het feit dat de goed geschoren grasmat dit toestond.
Het bowlen vooral van Ben Trijzelaar was goed verzorgd. Er waren soms momenten dat hij zo hard en zuiver bowlde dat het voor de batsman onmogelijk was hem te bespelen. Met recht had men op zo’n moment tegen Ben kunnen zeggen: “Bowl hem een piano, misschien kan hij die bespelen”!
Cijfers: Ben Tr. 5-33 in 20½ overs, Herman H. 0-19, Guus 1-45, Arie 2-18, Jan willem 0-15 en de aanvoerder zelf 1-1. Skip had 2 slachtoffers achter het wicket.
Met een ruime voorsprong van 79 runs begonnen wij onze tweede innings. Reeds vrij snel hadden wij een totaal van 125 voor 5 te pakken met als bijdragen Gé Dobbinga 25, Skip 22 en Wally 49 n.o. De Engelsen hadden toen nog ongeveer voor hun tweede innings 2½ uur speeltijd over om de benodigde 205 runs te scoren, om zich daardoor in het bezit te kunnen stellen van de fraaie wisselbeker die Ernst Lifmann met een toepasselijke speech aan beide aanvoerders had aangeboden.
Ook nu weer gingen de Engelsen goed van start en met een score van 113 voor 4 was nog van alles mogelijk. Doordat echter op dat moment snel 3 wickets vielen, was de weerstand spoedig gebroken en kwam het einde op 146, zodat wij met een verschil van 58 runs deze wedstrijd (de eerste in de reeks tegen de B.O.A.R. gespeelde wedstrijden) wonnen. Major Radice was ook in de tweede innings weer één van de steunpilaren van de Engelse score, met 29. Verder Kolonel Fox (69), die door vermoeidheid zijn wicket cadeau gaf en Smith met 16 en Evans met 21. Ook in deze innings maakte onze wicketkeeper weer enige slachtoffers, die ongetwijfeld meer hadden kunnen zijn indien hij de wijze raad van Jan Willem had opgevolgd en bij het stumpen het systeem van “huppekeetje” had toegepast.
Bowlingcijfers: Ben 3-30, Herman H. 0-23, Guus 3-46, Arie 2-17 en Wally 2-27. Aanvoerder Radice kwam ons na het behalen van de overwinning tegemoet met de wisselbeker, die was gevuld met champagne. Deze kostelijke drank werd door elk onzer spelers op die manier gedronken en ook mannen als Hans van Everdingen, Anton Bakker en Barend Trijzelaar werd aangeboden uit de beker mede te drinken voor het scoren en voor wat zij gedurende de wedstrijd hebben gedaan. Vooral het feit dat Anton Bakker weer bereid was de witte jas te gaan aantrekken werd met voldoening gadegeslagen. Immers hij was het die enige weken geleden nog door een snoodaard van een batsman op square leg in functie werd geveld.
Nogmaals onze oprechte dank aan deze drie genoemde heren, een dank die wij spelers tevens verschuldigd zijn aan de dames die ons vergezelden en ons op charmante wijze mentaal hebben gesteund.
Ook dank aan onze Engelse vrienden, die ons zo’n bijzonder prettige tijd in Duitsland hebben verschaft door hun haast wel legendarisch geworden gastvrijheid.
Al met al een zeer goed geslaagde toer met goed cricket. Laat ons er voor zorgdragen dat eind juli, wanneer de B.O.A.R. ons een tegenbezoek brengt, zij hetzelfde kunnen zeggen.